Introspectie betekent letterlijk ‘naar binnen kijken’. Bij introspectie heb je het vermogen om van een afstand naar jezelf te kijken: je eigen gedachten, gevoelens, motieven, gedrag en verwachtingen.
Je kunt op deze manier onder andere jouw gedrag en ervaringen waarnemen en beoordelen. Het helpt je bij het vinden van een antwoord op de vragen waarom en op welke wijze je iets gedaan hebt, wat je gevoel hierbij was. En misschien wel het voornemen om iets in de toekomst anders te doen.
Je houdt jezelf als het ware een spiegel voor.
- Deze les kan klassikaal worden gegeven, maar ook zelfstandig – wanneer de leerling hier bijvoorbeeld zelf behoefte aan heeft. Leg in dit laatste geval een aantal lege kopieën klaar of geef deze aan het begin van de week aan je leerlingen.
- Laat de leerlingen het onderwerp waarop ze willen terug- en vooruitblikken opschrijven.
- Bijvoorbeeld: een leerling ziet erg op tegen haar verhuizing en vult dit in op het werkblad: “Verhuizing.”
- Bij een klassikale les geef je dit onderwerp zelf aan.
- Bijvoorbeeld: Het onderwerp is “Verliezen met een spel of sport.”
- Leerlingen kunnen zowel schrijven als tekenen. In de tekstballonnen kunnen ze de context tekenen of beschrijven.
- Op de stippellijnen daaronder benoemen ze een bijpassende stemming, emotie of gevoel.
Het onderdeel later is met name bedoeld om voornemens en verwachtingen te beschrijven. Neem ‘verhuizen’ als voorbeeld: het kan krachtig zijn of helpen wanneer een leerling beseft dat ze zich later anders zal voelen dan bij voor, tijdens of nu. Wanneer leerlingen dit niet overzien en denken dat het ‘altijd zo blijft als nu’ dan kan daar weer een ondersteunend gesprek uit voortvloeien.
Bij het onderdeel later kan het accent ook worden gelegd op een positief voornemen: “Het is niet leuk om te verliezen met voetbal, maar de volgende keer weet ik dat het na een tijdje vanzelf over gaat. Dan ga ik daar aan denken, dat het erbij hoort. De volgende keer gaan we er weer voor!”